lesje peuterwennen
Houd je uitleg kort en gebruik fantasierijke verhalen. Figuren die de peuters kennen van een boek of televisie, stimuleren hen. Laat het kind aan het verhaal deelnemen en vermijd griezelmonsters.
​
Herkenbare drijvende en zinkende materialen, zoals een stukje tuinslang, kleurrijke ballen of plastic flessen kunnen heel succesvol zijn. Vraag bij het personeel naar het aanwezige spelmateriaal en vraag ook toelating voor het gebruik van je eigen materiaal. Peuters zullen de oefeningen niet altijd zoals gevraagd uitvoeren. Een boze peuter is een vaak voorkomend scenario. Je kunt hem het best even aan de kant zetten zonder er verder aandacht te besteden. Als boosheid over is, hervat je de opdracht zonder op de feiten terug te blikken.
kennismaking met het zwembad.
1. Verken samen het zwembad. Wandel rond het zwembad en wijs de peuter op de verschillende dieptes. Toon het kind de zones waar het niet alleen mag spelen.
2. Ga samen onder de douches, toon het verschil tussen grondig en oppervlakkig nat worden.
3. Speel met ballen en speelgoed in een knie- of heupdiep deel van het instructiebad.
4. Ga op de rand zitten en spat het water op met handen en voeten.
Een stapje verder.....
1. Blaas net boven of onder het wateroppervlak.
2. Ga in borstdiep water tegenover elkaar staan en maak dierengeluiden.
3. Wandel in heupdiep water door het bad zonder de rand te raken.
4. imiteer een reuzenolifant, een trotse haan,....
5. Wissel af door rugwaarts te lopen of te stappen met één hand op het hoofd, twee handen in de zij enzo.....
​
Tips!
- Bange peuters krijgen een hand van de begeleider
- Succes moet worden beloond met bv. een applaus.
- Verhaaltjes worden op ooghoogte van het kind verteld. Je kunt de spanning in het verhaal opbouwen door stiller te praten en wat dichterbij te komen. Een hoogtepunt wordt bereikt door plotseling en met grote gebaren tot een spattend einde te komen.