top of page

Waarom is beweging bij jonge kinderen zo belangrijk?

Kinderen gaan naar school om kennis te verwerven. Ze leren rekenen, schrijven, ze krijgen wereldoriëntatie en leren andere talen. Kortom, het inprenten en vergaren van informatie wordt vaak als hoofddoel van onderwijs gezien. Maar hoe komt een kind ertoe al deze informatie te verwerken, op te slaan in het geheugen en op het juiste moment de nodige informatie weer op te roepen.

Naast een aantal belangrijke cognitieve aangeboren capaciteiten, kunnen we stellen dat de psychomotorische ontwikkeling van onze peuters, kleuters en lagere schoolkinderen aan de basis ligt van hun leeractiviteiten.

Als een jong kind zijn omgeving begint te verkennen, maakt het impressies van afstanden, tijd en ruimte , leert de afmetingen van zijn lichaam  in te schatten en de krachtdosering te bepalen die nodig is om gewenste bewegingen uit te voeren. Kinderen die in deze fase goed exploreren, leggen onbewust een basis voor  leren inschatten en voorstellen. Voorstellingsvermogen en kunnen inschatten zijn twee belangrijke basisvaardigheden die noodzakelijk zijn bij het leren schrijven, maar evenzeer bij het rekenonderwijs. Kinderen die in hun peutertijd weinig explorerend gedrag stelden, kunnen op latere leeftijd moeite krijgen met de vernoemde basisvaardigheden. Tekorten in deze basisvaardigheden kunnen dan weer leiden tot rekenmoeilijkheden of schrijfmoeilijkheden.

​

FIJNE MOTORIEK:

Jonge kleuters maken gebruik van grotere bewegingen. In aanloop naar het eerste leerjaar zullen deze kleuters fijner en gerichter met hun handen en vingers kunnen bewegen. Maar dit wil niet zeggen dat kleine kinderen niet in staat zijn met kleine materialen om te gaan. Hoe ouder het kind wordt, hoe beter de ‘isolatielaag’ rond de zenuwbanen wordt. De fijnmotorische controle ontwikkeld gelijktijdig met deze zogenaamde isolatielaag. Oefenen en stimuleren is uiteraard noodzakelijk, maar anderzijds moet de natuurlijke rijping gerespecteerd worden.

Het verband tussen fijn motoriek en leren schrijven:

Een belangrijk aspect in de finmotorische ontwikkeling is de functionaliteit van de duim. Om te komen tot een correcte potloodgreep en schrijfbeweging moet de duim namelijk volledig onafhankelijk van de andere vingers kunnen functioneren. Daarom is het zinvol regelmatig hand- en vingerspelletjes met de kleuters te doen : het een voor een aantikken van de vingers met de duim, de duimen laten ronddraaien terwijl de vingers gestrekt blijven, vingerstempelen met de duimen enz.

​

Oog- handcoördinatie:

Ondanks een goede fijne motoriek kan het leren schrijven toch nog moeilijk gaan. Een goede oog-hand- coordinatie is onontbeerlijk om de fijnmotorische bewegingen gericht te kunnen uitvoeren. Het is namelijk zo dat de ogen de bewegingen sturen, zodat deze op de juiste plaats en op het juiste moment uitgevoerd kunnen worden. Tegelijkertijd wordt ook visueel waargenomen wat er gebeurt en op basis hiervan worden de bewegingen tijdig bijgestuurd. Bij jonge kleuters, waarbij de fijnmotorische handelingen nog volop in ontwikkeling zijn, kan de oog-handcoördinatie gestimuleerd worden met allerlei oefeningen. Want bij grootmotorische handelingen zijn de ogen de wegwijzers.

bottom of page